Wie ben je in je werk?
Waar op je pad begon jouw werk?
En op welk eerder moment is het zaadje daarvoor geplant?
Deze vragen zijn voor elk team, voor elke club mensen verbindend en ze kunnen tot behoorlijke inzichten leiden.
Vandaag leg ik ze voor aan een team van uitvaartbegeleiders. Het zijn grote vragen en omdat ik er geen al te zwaar geheel van te maken, heb ik er een spel voor gemaakt. We onderzoeken met een kronkelend touw als levenspad, echte zonnebloemzaadjes en een door iedereen van thuis meegebracht symbool, wie we zijn als uitvaartbegeleider, waar we staan en van waaruit dat ontstaan is.
We staan rondom een grote tafel waarop een dik, lang touw in een kronkelbeweging is neergelegd. Om de beurt besluit iemand zijn of haar symbool neer te zetten op een plek aan dat kronkelende pad:
Hier begon ik te werken als uitvaartbegeleider. Meestal is dat een beetje na de helft van het parcours dat op tafel ligt, want de meesten van ons zijn nu eenmaal vijftig plus.
De symbolen staan voor onszelf als uitvaartleider en kort vertellen we iets over de keuze voor bijvoorbeeld: een kaarsje (ik help om licht te brengen), een prisma (ik ben er om mensen hun eigen kleur afscheid te laten vinden), een oliekannetje (ik probeer het gesmeerd te laten lopen, ik ben het olievrouwtje), een knuffelbeertje (ik bied troost), een glanzende steen (ik help mensen zich de glans van het afscheid te herinneren), een boomstammetje (ik bied stevigheid, mensen mogen tegen me leunen).
Het is mooi om de gezichten te zien van mensen als ze vertellen over hun symbool. Zacht, open enthousiasme, soms zijn ze zelf verrast door de kernachtigheid. ‘O ja, dit is waar ik voor sta!’ Er vloeien zelfs tranen van opluchting.
Omdat het om een voorwerp gaat, iets buiten jezelf, is het niet moeilijk de kwaliteit te benoemen. Waar gaat een kaars over? Over licht. Punt.
Zo blijf je uit het ‘eigenlijk ben ik best wel iemand die als kwaliteit heeft, nou ja, ik probeer het althans, en ik ben er ook heel dankbaar voor…’ gedoe. Je beschrijft een symbool en niet jezelf. En dat geeft zoveel ruimte en richting dat je daarmee feilloos de kern kan beschrijven van datgene waar je in je werk voor staat: ‘Ik help om licht te brengen.’
Het spelen is vruchtbaar. Het brengt onverwachte dingen, die deze groep collega’s elkaar denk ik in een ‘gewoon gesprek’ niet snel zou vertellen. Zoals de man die resoluut een knoop legt in het dikke touw, ‘hier zat ik vast’ en geëmotioneerd vertelt over de jaren in zijn leven dat een angststoornis het overnam. Hij neemt ons mee in de knoop, die tastbaar voor ons op tafel ligt en concreet zichtbare beklemming toont.
Niemand wist dit van deze stevige uitvaartleider. Hij opent zich in groot vertrouwen. Dan vertelt hij over de kronkel van het touw omhoog, na de knoop. De verstrakking in zijn gezicht ontspant, ook de groep ademt weer uit.
En de zaadjes?
Waar komen we vandaan? Waar werd het verlangen geplant om ons werk te maken van afscheid en dood?
Wordt vervolgd!

Reactie plaatsen
Reacties